Babinski Reflex

De Babinski-reflex speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van kruipen, staan en lopen. Wanneer deze reflex goed geïntegreerd is, kan een kind stevig staan, soepel bewegen en met vertrouwen rennen.


Is de Babinski nog actief, dan kan rennen onprettig aanvoelen: kinderen bewegen vaak wat trager en voelen zich minder stabiel.

De Babinski ondersteunt de juiste stand van de voeten en zorgt voor aarding, balans en stabiliteit.


Een nog actieve Babinski-reflex kan leiden tot platvoeten of een verkeerde belasting van de voeten, waardoor er sneller sprake is van verzwikken van de enkels of slijtage van gewrichten.


Dit is soms ook zichtbaar aan de schoenen: ze slijten aan één kant — aan de binnenzijde, buitenzijde of zijkanten — wat wijst op een onevenwichtig looppatroon.

Naast de fysieke effecten kan een actieve Babinski ook invloed hebben op emotionele stabiliteit en zelfvertrouwen.


Een goed geïntegreerde Babinski-reflex helpt een kind letterlijk en figuurlijk om stevig in zijn schoenen te staan.

Kenmerken van een nog actieve Babinski-reflex

  • Onzekerheid of faalangst

  • Niet stevig in de schoenen staan

  • Problemen met mondmotoriek

  • Teruggetrokken of passieve houding

  • Moeite met taal, lezen en/of spelling

  • Op de tenen lopen

  • Verlegenheid

  • Moeite met taalvaardigheden

  • Problemen met het gelijktijdig gebruiken van beide lichaamshelften (zoals bij knippen, schrijven, fietsen of kruipen)

  • Angsten of vermijdingsgedrag

  • Moeite met rennen of bewegen met zelfvertrouwen

Wanneer de Babinski-reflex wordt geïntegreerd, verbetert de houding, balans en stabiliteit. Het kind voelt zich meer geaard, beweegt met gemak en ervaart meer zelfvertrouwen in zijn lichaam én in zijn leren.