STNR (Symmetrical Tonic Neck Reflex)
De STNR-reflex zorgt voor een samenwerking tussen het bovenste en onderste deel van het lichaam. Wanneer het bovenlichaam strekt, buigt het onderlichaam, en andersom. Deze reflex is cruciaal voor het leren kruipen: pas als de STNR goed geïntegreerd is, kan een baby effectief kruipen. Zonder integratie blijven kinderen vaak tijgeren of schuiven ze over hun kont, wat de ontwikkeling van de hersenhelften en coördinatie belemmert.
Kruipen ondersteunt de samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft, wat essentieel is voor het verwerken en automatiseren van nieuwe informatie. Daarnaast helpt de STNR-reflex bij het tijdelijk pauzeren in beweging of denken, zoals tijdens het lezen (“wat heb ik nou gelezen?”) of bij zwemslagen, waar het lichaam even uitdrijft in plaats van voortdurend door te draaien.
Wanneer de STNR goed geïntegreerd is, kan een kind stabiel zitten, de ogen en het hoofd onafhankelijk van elkaar bewegen, en symmetrische handelingen uitvoeren met beide zijden van het lichaam.
Is de STNR-reflex nog actief, dan kan dit zich uiten in motorische, cognitieve en houdingsproblemen. Kinderen hebben moeite met stilzitten, coördinatie en het verwerken van visuele informatie. Het hoofd rechtop houden is lastig, de ogen focussen van dichtbij naar veraf is moeizaam, en symmetrische handbewegingen worden bemoeilijkt.
Kenmerken van een nog actieve STNR-reflex
- Moeite met zwemmen of hoofd boven water houden
- Impulsbeheersing
- W-zit bij zitten
- Moeite met wisselen van focus (bijvoorbeeld van bord naar schrift)
- ADHD, moeite met stilzitten
- Moeite met dieptewaarneming
- Moeite met bal vangen of sporten
- Moeite met organiseren of plannen, chaotisch gedrag
- Slordig eten
- Concentratieproblemen
- Beren-loop of onhandige loopbewegingen
- Evenwichtsproblemen; vaak vallen
- Hoofdpijn
- Dyscalculie
- Moeite met keuzes maken
- Hangen of neiging om over tafels te leunen; zwaar hoofd
- Voeten klemmen tijdens zitten
- Onzekerheid of angst
- Snel gefrustreerd
- Moeite met kortetermijngeheugen
- Moeite met lezen en schrijven, dyslexie
Wanneer de STNR-reflex wordt geïntegreerd, verbetert de samenwerking tussen boven- en onderlichaam. Het kind kan beter kruipen, zitten en bewegen, de ogen en het hoofd onafhankelijk gebruiken, concentratie behouden, symmetrische handelingen uitvoeren en leert soepeler nieuwe informatie te verwerken.
Reactie plaatsen
Reacties