Bonding
Bonding is de vroege hechting tussen een kind en de ouder. Wanneer een pasgeborene op de buik van de ouder ligt, voelt het de zachte druk van de armen. Deze druk lijkt op de gewaarwording van de baarmoeder en helpt het kind om zich veilig en geborgen te voelen in de buitenwereld.
Bonding ondersteunt de ontwikkeling van vertrouwen en zelfacceptatie. Het helpt het kind om zich te verbinden met anderen, in zichzelf te aarden en een balans te vinden tussen voelen, denken en doen. Daarnaast stimuleert bonding zintuigen zoals zicht en gehoor, en bevordert het een goede coördinatie tussen lichaamsdelen en tussen lichaam en brein.
Wanneer bonding goed geïntegreerd is, voelt een kind zich gelieft, veilig en beschermd. Het kind kan vertrouwen ontwikkelen in zichzelf en anderen, emoties reguleren en harmonisch bewegen. Ook bevordert het sociale vaardigheden en communicatie, waardoor het kind gemakkelijker contact maakt en relaties kan aangaan.
Een niet-geïntegreerde bonding kan leiden tot fysieke, emotionele en sociale uitdagingen.
Kenmerken van een nog niet-geïntegreerde bonding:
- Onbegrepen hoofdpijn
- Afhankelijk in relaties
- Moeite met aanpassen aan nieuwe situaties
- Eetproblemen
- Gevoelig voor wat anderen denken
- Op zoek naar extremen
- Moeite met contact maken met onbekende mensen
- Snel huilen
- Geen innerlijke rust
- Negatieve aandacht vragen
- Emotioneel kwetsbaar
- Vijandigheid of moeite met vergeven
- Zintuiglijke overgevoeligheid
- Gedeprimeerd gevoel
- Aanraking niet fijn vinden of juist opzoeken
- Zichzelf wegcijferen of ‘please’-gedrag vertonen
- Moeite met vertrouwen in zichzelf en anderen
- Zelfafwijzing
- Angstig om keuzes te maken
- Neiging om zichzelf af te sluiten
Wanneer bonding wordt geïntegreerd, verbetert het vertrouwen, de emotionele stabiliteit, zelfacceptatie en sociale vaardigheden. Het kind kan zich veilig voelen in zijn lichaam, harmonisch bewegen en gemakkelijker contact maken met anderen.